Lea Nieuwhof

beeldend kunstenaar

Infernopolis, Kunst in de haven van Rotterdam

Atelier van Lieshout

Het waait altijd in Rotterdam. Over de brug fietsend zie je de telkens wisselende kleuren van het water, het felle licht, meestal wolken en de verte. Met de Spido varend krijg je een goed beeld van de havens. Door de ontwikkeling van Maasvlakte 2 verplaatst de bedrijvigheid van de haven zich steeds meer de stad uit. De Stadshavens worden door het Havenbedrijf en de gemeente opnieuw ingericht met aandacht voor onderwijs, onderzoek, werkgelegenheid en cultuur. OP het RDM-terrein bij Heijplaat (Rotterdamsche Droogdokmaatschappij) maakten het havenbedrijf en Museum Boijmans van Beuningen een van de onderzeebootloodsen geschikt voor gebruik als expositieruimte. Als eerste exposeert Atelier van Lieshout daar. Je komt er met een bootje in 15 minuten.
De Onderzeebootloods bestaat uit 3 delen. Een grote circa 10-15 meter hoge doosvormige ruimte is in 2en verdeeld door een wand. Groengeverfde muurdelen rusten op het stalen skelet. Door de driehoekige gevormde glazen strips in het platte dak en hoge ramen in een zijwand komt daglicht naar binnen. Bij binnenkomst in de grote hal wordt als eerste mijn aandacht getrokken door een metershoge verroeste deur. Op het reliëf lijkt het stof van jaren te liggen. Wanneer je dichterbij komt om met je vinger het stof af te strijken, blijkt de deur een kopie van piepschuim te zijn. In de lange zijmuur daarnaast zit nog de oorspronkelijke deur van staal.

Hergebruik van energie

Vierkante houten bakken en verschillende soorten wc’s naast elkaar geplaatst vormen het begin van de expositie. Het zijn werkstukken die verwijzen naar het onderzoek hoe je poep om kan zetten in biogas. Het werk dateert uit de periode van AVL ville (2001), de vrijstaat in Rotterdam waar AVL kon experimenteren met zelfvoorziening en autonomie. In Kibera, een sloppenwijk van Nairobi, Kenia is een dergelijk toilet in gebruik. (volkskrant 18 sept) Regelmatig onderzoekt hij de vraag hoe je onafhankelijk kan functioneren in een samenleving waar je via allerlei buizen en kabels aangesloten bent op een energienetwerk, riolering, afvalverwerking en waar veel regels en afspraken gelden.
In de rest van de ruimte staat een grote installatie, die de Technocraat heet. Het geeft een systeem weer waarbij mensen een willoos onderdeel van een grote machine zijn. Ze worden gevoed en van de afvalstoffen die ze produceren wordt gas gemaakt, dat gebruikt kan worden om voedsel te kunnen produceren waarmee mensen enz. De installatie bestaat uit een aantal verschillende onderdelen. Op een steiger liggen als in stapelbedden poppen gemaakt van schuim, een katoenen huidje en polyester. Zwarte kabels komen uit een aantal distilleerketels (Alcoholator). Om de juiste stemming erin te houden wordt namelijk aan de betrokkenen alcohol toegediend. Er staan bakken voor vloeistof, voedsel en grote wasbakken van polyester. Deze opslag wordt The Feeder genoemd. Tussen opslagbakken en de steiger liggen de verschillende gekleurde slangen opgerold klaar voor transport van voedsel en voor het leegzuigen van de lichamen. Een kleine installatie aan de zijkant suggereert een laboratorium waar onderzoek gedaan wordt, naar de omzetting van menselijke uitwerpselen in energie, het uiteindelijke doel van dit systeem.
In een kleine tussenruimte kunnen bezoekers uitrusten op gewone bankjes en nadenken over het menselijk functioneren. Aan de ene kant zit een vrouw in het wit op een wit bed met een witte wc rol, beker en tube naast zich. Aan de andere kant wisselen op wit en zwarte sokkels witte en zwarte delen van een menselijk lijf. Een stukje romp, wat schedels, een deel van een been.
Je persoonlijke leefsfeer in mobile homes en beelden
In de tweede helft van de hal zijn een aantal van de mobile homes van polyester te zien die door atelier van Lieshout gemaakt zijn. Het is mogelijk een groot aantal regels, die gelden voor bouwwerken, te omzeilen door verplaatsbare objecten te maken van gebouwen. Het zijn uitwendige of inwendige delen van het menselijk lichaam. Door de natuurgetrouwe en anatomisch correcte vormgeving als modellen in een biologielokaal zouden deze werken ook passen in een pretpark. In de grote paarse slingervorm, Darwin, een opgeblazen zaadcel, kijk je door 2 ronde gaten naar binnen. Een vrouw met paarse krullen ligt er te slapen. Deze vorm is niet meteen herkenbaar en intrigeert. Het Wombhouse, een huis in de vorm van een baarmoeder met eileiders heeft een groot bed binnenin. De bezoeker wordt uitgenodigd te gaan liggen. Deze ruimte wordt gepresenteerd als de basale eenheid die een huis nodig heeft. Er is een bed om te slapen en te vrijen, er is verwarming en verlichting, om sfeer te verhogen een minibar en een wc en douche.
Tussen deze grote ruimtes waar je in kan, staan allerlei losse sculpturen en meubelstukken. Zwarte ongedefinieerde vormen met een matte korrelige huid vormen volgens de bijbehorende uitleg delen van lichamen. Het is de mal met de afdruk/indruk van een lichaam. Ze stralen vooral zwaarte, onduidelijkheid en negativiteit uit. Ze vormen een groot contrast met vrolijk gekleurde simpele voorstellingen van voortplanting en vruchtbaarheid. Een liggende vrouw met 2 kinderen aan haar borsten. Vleeskleurige, een beetje ingezakte figuren kussen elkaar. De oranje man hangend aan een oranje boom heeft het niet gered. Ook staat er meubilair bestaande uit zwarte mens figuren in verschillende dragende posities. De figuren hebben geen individualiteit. Door hun ondergeschiktheid aan structuren raken ze de toeschouwer in tegenstelling tot veel van de andere sculpturen, zoals het zwarte ei, de zwarte schedel en een zwart kruis naast 3 grote penissen. Er staat erg veel werk door elkaar dat een omgeving mist, waarin het betekenis krijgt. Werk dat opgehangen is of in de hoogte geplaatst zie je bijna helemaal over het hoofd.
Kunst is niet alleen om naar te kijken, maar om te gebruiken in de visie van Joep van Lieshout. Jammer dat ik niet mag gaan zitten in de zachte vachten die liggen in de losse zitmeubels. De banken worden gemaakt voor design winkels, maar zijn vooral anti design. Ze kennen geen strakke spannende vormen of esthetiek, maar zijn een met zacht bont beklede kuil op pootjes om lui in te liggen.

Cradle to cradle

Ruimte 3 wordt voor het grootste deel gevuld met de installatie Cradle to cradle. De titel verwijst naar de filosofie van Mc Donough en Braungart worden oude materialen gebruikt om nieuwe producten te maken, zonder dat er kwaliteitsverlies optreedt. Hierin schetsen zij een duurzame wereld, waarin we op een dergelijk manier ontwerpen en produceren, dat afval voedsel wordt in een oneindige kringloop. In deze installatie wordt de gedachte tot in het extreme doorgevoerd. Wat gerecycled wordt zijn mensen. Aan het eind van de hal staan machinevormen. Machines van polyester, simpel voorgesteld als bottenmaler en gehaktmolen. Hun functie wordt verduidelijkt door de stapel zwarte mensvormen, die klaarliggen om erin te gaan.
In het midden van de ruimte is een slachthuis gesuggereerd door ijzeren staven waaraan delen van lichamen en organen hangen. Achter elkaar staan een aantal piepschuimen tafels overtrokken met papier-maché. Hier op liggen menselijke skeletdelen, een mens met organen uit zijn buik hangend, diverse delen van schedels en inwendige organen. Op het wit gespoten onderstel van bureau stoel staan halfronde bakken waarin inwendige organen van purschuim liggen. De vorm voelt wat zachter aan. Alles is wit gespoten. Het wit geeft eenheid en een sfeer van afstand en steriliteit. In plaats van de gladde vrolijke polyester popvormen hebben deze figuren een skelet en de huid van menselijke lichamen. Ze zijn uitgemergeld, kapot gemaakt en opengesneden, maar blijven toch in al hun bizarheid vreemd emotieloos.
In de installaties en beelden blijkt hoe belangrijk het verhaal achter het werk van AVL is. De voorstelling is simpel en duidelijk, maar mist een bepaalde emotionele en visuele spanning. De vragen die hij stelt, de oplossingen voor problemen en de verhalen achter de beelden zijn interessant. Word je doen en laten volledig bepaald door een verborgen systeem van taboes, afspraken en regels. Wat gebeurt er als je de verbindingen en systemen in de wereld anders inricht? Hoe gaan we om met energie? Zijn werk is geconcentreerd op de fysieke functies van mensen en de ruimte die het lichaam inneemt. Eten of gegeten worden, seks en voortplanting, dood. Om tot zijn recht te komen heeft het de maatschappelijke context nodig. Werk van AVL wordt overal gebruikt. Een uitgestoken brutale tong op een schoolplein, bushokjes, Ei en Schedel, bij een Leerpark. Dat is de kracht.