Lea Nieuwhof

beeldend kunstenaar

Suze Robertson in Panorama Mesdag (24-9-2022 tot en met 5-3-2023)


Op elke foto die ik maak, worden de schilderijen van Suze Robertson (1855-1922), geëxposeerd in Panorama Mesdag lichter afgebeeld. Ook het werk dat te zien is in de film boven de expositie oogt lichter en kleurrijker.  Maar tijdens het bezoek, lopend door de ruimtes met de schrale verlichting zien haar schilderijen en tekeningen er donker en vrij vlak uit. Het reliëf van de texturen, die ontstaan zijn door de haren van de kwasten terwijl Suze Robertson haar streken op het doek zette, glanst. Er is weinig nuance en toon verschil te zien. Grote witte vlakken, donkere kleurvelden, veel zwart en sterk vereenvoudigde rune achtige vormen vallen op.

Is het de schaarse belichting die het werk zo zwart maakt, zijn het glanzende vernislagen of heeft de schilderes pigmenten gebruikt, die prachtige fluwelen zwarten opleveren maar in de loop van de tijd nadonkeren en zo de oorspronkelijke toon contrasten verminderen. De donkere toon van haar schilderijen maakte haar werk herkenbaar en persoonlijk, maar niet altijd geliefd bij het publiek.   Sommige kunsthandelaren verzochten haar gezichten mooier te maken, of haar werk meer in de romantische stijl van de Haagsche School te schilderen, maar Suze Robertson bleef trouw aan haar keuzes. Een eigenzinnigheid die haar uiteindelijk bekend en succesvol maakte.


Ontwikkeling en persoonlijk leven


De belangrijke mijlpalen in haar ontwikkeling als kunstenaar en de gebeurtenissen in haar persoonlijk leven tonen een talentvolle en daadkrachtige vrouw, die haar eigen weg zocht.  Ze volgde in Den haag, Delft, Rotterdam en Amsterdam teken - en schilderopleidingen. Ze nam er geen genoegen mee dat vrouwen geen toegang hadden tot lessen naaktmodel en dwong af dat ze toegelaten werd. Na een opleiding tot docent tekenen geeft ze een aantal jaar les. In de periode 1880-1882 volgt Suze lessen bij de schilder Petrus van der Velden.  August Allebe, directeur van de Rijksacademie, vindt haar door haar eigenzinnigheid niet geschikt voor zijn academische opleiding, maar erkent haar talent. Hij spoort haar aan om te kiezen voor een bestaan als beeldend kunstenaar. Ze geeft haar baan als docent en inkomen op en stort zich op het kunstenaarschap. Ze wordt lid van kunstenaarsvereniging Pulchri en begint te exposeren bij kunsthandels.  Ze trouwt op huwelijkse voorwaarden met de schilder Richard Bisschop. Zijn schilderijen komen moeizaam tot stand en verkopen matig, waardoor Suze ook nadat ze moeder geworden was van een dochter, kostwinnaar bleef. Een aantal jaar woont het gezin gratis in Leur als tegenprestatie voor teken en schilderlessen die Suze geeft. Ze is aan huis gebonden en vindt haar onderwerpen en modellen in haar directe omgeving.  Om een betere aansluiting te krijgen bij de kunstwereld verhuizen ze weer naar Den Haag.  De zorg voor haar dochter besteedt ze uit aan een pleeggezin en Suze gaat weer full time als kunstenaar aan de slag.  Studiereizen voeren naar diverse kunstenaarsdorpen als Dongen, Heeze, de Veluwe.  


Thematiek en schilderstijl


Haar thema’s bestaan uit dorps – en stadsgezichten, witte huizen, vrouwen, meisjes aan het werk in hun eigen (boerse) omgeving. Inspiratie vond ze onder andere in Dongen in Brabant. Het was een dorp, achtergebleven bij de ontwikkelingen van de moderne tijd. Kunstenaars werden aangetrokken door de sfeer van authenticiteit en het pittoreske van de oude boerderijen. Suze schildert vooral vrouwen en meisjes die aan het werk zijn of rusten in hun eigen wereld. De schilderijen stralen iets zwaarmoedigs uit.

In haar tekeningen is haar talent duidelijk zichtbaar. Een vrij, krachtig en persoonlijk handschrift combineert ze met trefzekerheid en gevoel voor subtiliteit in vorm. Ze bekijkt gezichten aandachtig. Terwijl haar tekenkrabbels over het vlak dansen en bewegen, heeft de vorm van het gezicht een bijna gotische verfijning. Ze bestudeert verschillende keren dezelfde houding en hetzelfde aanzicht, terwijl ze inzoomt en uitsnede en compositie onderzoekt. Op de expositie hangen veel studies van hetzelfde onderwerp naast. Met beeldmateriaal van foto’s ondersteunt ze haar zoeken.

Het schilderwerk blijft iets kleiigs houden. De verflagen zijn dik, opgebouwd uit de losse vrije penseelstreken van haar dynamische handschrift.  Ruimtelijkheid is ondergeschikt aan de verdeling in grote vlakken over het doek.  Vaak domineert een wit gemêleerd vlak. Kleur is ondergeschikt aan licht en donker, maar met een paar kleine felle kleurvlekjes verdeelt ze aandacht over het doek en verbindt ze de onderdelen met elkaar. In haar schilderijen is te zien dat ze in haar schilderwerk net zo vrij en trefzeker was als in haar tekenwerk. De kleine pasteuze heldere verfklodder, zonder aarzeling neergezet midden op de kleding van een meisje onder de uit zachte transparante kleurlagen opgebouwde huid van de wang, tonen hoe zij heel verschillende schildertechnieken beheerste. Geweldige uien schilderde ze. Losse streken, kleurvlekken, dansen over het vlak en bouwen de bolle vormen op. De compositie is heel traditioneel en saai met hun plaatsing op het tafelvlak, de muur erachter.

Door de aandacht voor mensen uit het boeren- en arbeidersmilieu wordt het werk van Suze Robertson vergeleken met dat van Vincent van Gogh. Maar waar hij in het zuiden van Frankrijk, kleur en licht in zijn schilderijen toe laat, blijven de doeken van Suze donker, ernstig en soms beklemmend.