Lea Nieuwhof

beeldend kunstenaar

De ontbrekende ruimte van Max Beckmann



Michael Raedecker, radiate, 2000, courtesy GRIMM


Beckmann  en Raedecker

In Kunstmuseum Den Haag zijn in mei 2024  tegelijkertijd de expositie het Universum van Max Beckmann en een overzicht van schilderijen van Michael Raedecker te zien. 

Beide schilders zijn grote tegenpolen.  Waar bij Raedecker de mens net vertrokken is, of misschien achter dat ene verlichte venster zit, nemen mensen op de schilderijen van Beckmann alle ruimte in. Kadrering, het naar buiten kijken door de omlijsting van een raam, vind je bij beide schilders. 

Bij Raedecker is ruimte weergave teruggebracht tot de essentie.  Een paar lijnen, een paar  grijze vegen, en een contrast tussen reliëf, tastbaarheid en vaagheid roepen een ruimtelijke  illusie op. De grote lege restruimte rond de vormen versterkt de ruimtelijkheid. Perspectivische lijnen zijn strak. Emotie ontbreekt. 

Hoe anders gaat Beckmann met ruimte om. 


Ontwikkeling weergave ruimte bij  Beckmann


In de eerste zaal van de expositie  het Universum van Beckmann hangen schilderijen uit verschillende periodes. Ze laten zien hoe Beckmann op verschillende momenten in zijn loopbaan ruimtelijkheid in zijn doeken verbeeldt. Op een vroeg zelfportret staat hij frontaal afgebeeld. In zijn hand  houdt hij een sigaret en achter hem  kijken we door een raam naar een  zonnig landschap.  Er is veel ruimte rond de figuur. Horizontale en verticale lijnen verdelen het vlak. 

Een klein stadsgezicht met een plein is weergegeven door middel van centraal perspectief. We zien het zonlicht vallen op de zijkanten van de huizen die grenzen aan de straat. Kale bomen  en telkens kleiner wordende lantaarnpalen versterken de dieptewerking en op de voorgrond zien we een stukje van  een man in een koets net voordat hij voorgoed het beeld uitrijdt.  

Het schilderij daarnaast valt op door zijn vreemde extreem verticale formaat. Het blijkt een uitsnede uit een groter doek te zijn. Oorspronkelijk stond een grote groep mensen op de voorgrond. Nu wordt het verticale vlak bijna gevuld door 4 personen. Op de achtergrond zien we stukken van een straat en paardenhoofden. De man in het midden kijkt met een licht afgewend gezicht naar de toeschouwer, naast hem zien we een vrouw met een  kind op de arm. Haar blik is naar beneden gericht op de kleine jongen voor de groep, die met een vlaggetje zwaait en met een stok een wagentje naar voren duwt.  De samenhang van dat groepje wordt verstoord door een vreemde. Een voorbijgangster loopt haastig voor de man langs het doek uit. De mensen zitten klem tussen de randen van het doek. 

De opvallende  keuze voor het verticale formaat komt terug  in meerdere schilderijen in de expositie, zowel stillevens, landschappen als figuurstukken. Waarom kiest Beckmann voor zo een afwijkend formaat? Onderzoekt hij de werking van de vorm van het rechthoekige vlak op de ruimte? Beleven wij ruimte anders als  we figuren achter elkaar stapelen, en van onder naar boven, van boven naar beneden kijken? Het lange smalle formaat keert in het oeuvre van Beckmann terug als zijpaneel in een triptiek, een groep schilderijen met een middenstuk en 2 zijpanelen. 

In het schilderij uit 1929 van een groep rugbyspelers heeft Beckmann in zijn compositie het verticale uitgebuit. De achtergrond wordt met een aantal elementen schetsmatig aangegeven. Het kan een brug zijn, een bouwwerk, een stuk van een stadion.  We zien wat wolken in de lucht, het groen van het gras. Rond een blauwwitte doelpaal beweegt zich een groep rugbyspelers. Ze vechten met elkaar om de bal die door een speler op weg naar een doelpunt hoog in lucht wordt vastgehouden. Langs de doelpaal omlaag kijkend, zien we op de grond een stuk papier liggen met “program” erop geschreven. Een kleine figuur met hele lange benen kijkt vanaf de zijkant naar de groep en naar de toeschouwer. De groep van 5  spelers is een met elkaar verstrengelde en op elkaar gestapelde kluwen lichamen met  armen en benen, die strak in een structuur van op elkaar gestapelde driehoeken zijn gedwongen. De compositie beweegt zich in zigzag lijnen omhoog en dan  via de doelpaal weer naar beneden. 


Zie de mens


Max Beckmann werd geboren in 1884 in Leipzig en stierf in 1950 in New York. Hij maakte beide wereldoorlogen mee. Tijdens de eerste wereldoorlog was hij een paar jaar werkzaam als verpleger achter het front.  Zelf zegt hij dat zijn kunst gevoed werd door zijn ervaringen in die periode. Vellen zijn volgekrabbeld met indrukken. Groteske gezichten verwrongen door emotie vullen het vlak. Tijdens de expositie in Den Haag worden kleine fragmenten getoond uit Duitse expressionistische films gemaakt rond 1920. Overeenkomsten in thematiek, in decor, in het gebruik van beeldkaders, perspectivische vervormingen en afsnijdingen worden benadrukt door schilderijen met dezelfde thema’s ernaast te hangen. Bekend is de film Das Cabinet des Dr. Caligari (Robert Wiene 1920) waarin ruimte en perspectief vertekend worden om de emoties en wanen van de hoofdpersoon weer te geven 

Als kunstenaar  en docent was Beckman succesvol in de periode na de 1e wereldoorlog. In 1933 werd zijn werk Entartet  verklaard, het docentschap  werd hem ontnomen en hij kreeg een tentoonstellingsverbod. Hij vertrok in 1937 naar Amsterdam waar hij  tot 1947 bleef wonen en werken. Op de strandgezichten uit deze periode wapperen de vlaggetjes in de harde wind, terwijl mensen in zee baden en kletsen met elkaar. Van Amsterdam verhuisde hij naar New York. 

Niet de ruimte, maar de mens en de reuring erom heen is wat Beckmann het meest interesseert. De onderlinge verhoudingen, liefdevolle relaties of strijd schildert hij. Hoe mensen naar elkaar kijken, en hoe ze tegenover elkaar staan. Daarbij is kleur zijn belangrijkste beeldmiddel. De mensen vullen het beeldvlak. 

Waar die zich bevindt is niet onbelangrijk, maar het hoeft geen levensecht decor te zijn. Een suggestie is voldoende. Met grote licht donker contrasten geeft hij ruimte aan. Grof geschilderde stukken van een raam, een podium, een bed of een architectonisch element zijn voldoende om aan te geven waar het verhaal zich afspeelt. 


Het universum van Max Beckmann, te zien van 27 januari 2024 t/m 20 mei 2024 in Kunstmuseum Den Haag. 

Michael Raedecker, Material Worlds, te zien van 13 april 2024 t/m 11 augustus 2024, in Kunstmuseum Den Haag.




Toneelspelers, 1941-1942, olieverf op doek (triptiek), rechterdeel 199,4 x 83,7 cm, Harvard Art Museums/Fogg Museum, Cambridge, MA, Schenking van Lois Orswell.