Lea Nieuwhof

beeldend kunstenaar

De macht van het ongeziene.

In de vormgeving van Aad de Haas ontbreekt elke fotografische en realistische weergave van het geziene. Hij droomt, herinnert en beleeft. Zijn kleine werken riepen een aantal keren hevige tegenstand op.


Aad de haas (Rotterdam,1920-1972) studeerde in 1942 af aan de Academie van Beeldende kunsten te Rotterdam. Hij had een succesvolle expositie bij Kunsthandel van Zanten, maar zijn werk word “entartet” verklaard. Na een korte periode in de gevangenis, vertrekt hij naar Zuid Limburg, waar hij de rest van zijn leven zal blijven wonen en werken.
 In zijn kleine schilderijen op paneel of doek uit de beginperiode is het afgebeelde teruggebracht tot eenvoud en beleefde essentie. Hij gebruikt dunne transparante verflagen om zijn vormen onder te dompelen in een geheimzinnige kleurlaag. Kleuren en nuances schijnen door en vloeien in elkaar over. De kleurtoon bepaald de sfeer. Sommige schilderijen zijn bijna helemaal zwart. Door een beetje licht rond figuren wordt de voorstelling zichtbaar. Soms lijken zijn verflagen op email in hun kleurgloed. Wanneer je naar een bruidje kijkt, voorkomt de ET-achtige figuur en de lelijkheid in de vormgeving, dat het een zoet plaatje wordt. Zijn themakeuzes wordt sterk bepaald door religie. Hij heeft een voorkeur voor afbeeldingen en voorstellingen van figuren zoals Franciscus. Mensen die zich overgeven aan een geestelijk ideaal en afstand doen van het najagen en bevredigen van hun eigen verlangens. In hun overgave ontkennen ze het lichaam en de behoeften daarvan.


De opdracht om de st. Cunibertuskerk te Wahlwiller te beschilderen zorgt voor grote bekendheid en een tweede sterke afwijzing van zijn werk. Zijn vormgeving wordt niet gewaardeerd door de katholieke kerk.  Het is goed voor te stellen dat de  afbeeldingen van Aad de Haas shockerend waren voor ogen die gewend zijn aan de  afbeeldingen in de Limburgse kerken met een op de barok gebaseerde beeldentaal. Zijn menselijke figuren doemen als alien achtige wezens zonder individualiteit op uit een gekleurde verfmist. Hij toont ze vaak van opzij met opgeheven hoofd, enkel een donker ooggat en een vage neusvorm. Alles is vaag behalve handen die gedetailleerd met lange sierlijke vingers geschilderd worden. Het lichaam verdwijnt in een soort jurk of bestaat uit enkel wat rechte lijnen en vlakken. Rondingen en plasticiteit ontbreken bijna geheel. Alle aandacht is geconcentreerd op wat er tussen mensen gebeurt. Een doezelende manier van verf aanbrengen in lagen goudgele kleur met een beperkt aantal lichtere en donkere tonen en een horizontale lijn vormen de omgeving. De discussie rond zijn werk loopt zo hoog op, dat hij gedwongen wordt zijn schilderingen te verwijderen.
Als reactie op het schandaal rond zijn kruiswegstaties verandert zijn stijl en zijn thematiek ingrijpend. Alle mistigheid en dromerigheid verdwijnen. Zijn werken worden groot uitgevoerd op doeken. In levendige, felle en vrije penseelstreken vol kleur, woede en agressie. De kat heeft de vogel zijn bek, de uil vreet de muis, de eekhoorn rooft een ei uit het nest en de hond gaat er vandoor met een menselijke hand. Pijn verjaagt verlangen.


In poëtischer en luchtiger getint werk bekijkt hij zichzelf met zelfspot. Verf wordt op een  vlekkerige manier in zachtere pastelachtige kleuren aangebracht.  Steeds belangrijker wordt de in zijn vroege werk zo ontkende lichamelijkheid. Roze verleidelijke vrouwen, ronde billen en borsten en erotiek spreken uit zijn composities.  De laatste tekeningen die na zijn dood op zijn atelier gevonden werden zijn gemaakt met heldere en trefzekere lijnen. Met alle aandacht voor de anatomische details, zoals in erotische Japanse ukiyo e prenten, toont hij zichzelf in diverse situaties, soms neukend, soms vol verlangen of als voyeur.



 

Het kapitaal van ideeën

Circa 50 kunstenaars waren uitgenodigd om speciaal voor de feestelijke manifestatie op 11 september op A4 formaat werk te maken en dat te complementeren met een manifest waarin ze hun visie op het belang van kunst gaven. De organisatoren wilden hiermee reageren op de recente bezuinigingen in de kunstsector en op veranderingen, die door ingrijpende gebeurtenissen veroorzaakt kunnen worden. In plaats van herdenken, evalueren en analyseren van de gebeurtenissen van 11 september 2001, kozen zij voor opbouwen en inspireren. Beeldend werk en manifest werden naast elkaar tentoongesteld in de Witte slagerij.
De Witte Slagerij heeft een enigszins vervallen uitstraling. Witte tegelmuren, een paar overgebleven vleeshaken, een licht verzakte vloer. De ruimte ligt in een gedeelte van Kralingen-Crooswijk, dat langzaam leegloopt in het kader van renovatie en wederopbouw. Ze is beschikbaar voor iedereen met een goed idee. De belangrijkste voorwaarde is dat je bereid bent handen uit de mouwen te steken, om het pand naar je hand te zetten.
Bij de informele, pretentieloos en rommelig door elkaar heen opgehangen expositie, werd de show gestolen door een ring en door de ongeveer honderd losse bladen met 2 gaten die door de ring met elkaar verbonden konden worden. De losse bladen, die op volgorde in de Slagerij hingen, konden tijdens de expositie door de bezoekers samengevoegd worden tot een catalogus. Het publiek was met veel plezier aan het verzamelen en het puzzelen wat de juiste volgorde was. Ook kunstenaars konden nog werken toevoegen. Naast het beeldmateriaal variëren de bijdragen van oneliners, stripverhalen, cryptische boodschappen, liefdesverklaringen aan de kunst tot serieuze verhalen en de lege witte pagina. De catalogus werd later ook aan de heren Zijlstra en Rutte  aangeboden. Of het veel effect heeft, valt te betwijfelen, maar moet je het daarom niet doen…?
Verschillende sprekers, dansers, muzikanten en dichters verzorgden een afwisselend programma. Arjo Klamer, hoogleraar economie aan de Erasmus universiteit en een van de auteurs van PAK AAN, was uitgenodigd als spreker. PAK AAN bundelt in een klein boekje inzichten, voorstellen en tips van Arjo Klamer en Cees Langeveld. Ook ervaringen en plannen van kunstenaars, die reageerden op een oproep in het NRC, zijn er in verwerkt. PAK AAN gaat ervan uit dat je mensen bewust moet maken van de culturele, sociale, artistieke, maatschappelijke en financiële waarden van kunst. Dan zijn ze ook bereid tijd, aandacht en geld eraan te besteden. Ze bespreken uitgaande van vier sferen, namelijk de markt, de overheid, de sociale afeer en de directe leefomgeving, ideeën om anderen voor kunst te interesseren en aan je te binden.
De middenstand van de wijk, die klanten ziet vertrekken, was betrokken bij het project als sponsor. Niet door geld te geven, maar door hun diensten te verlenen. Een aantal bakkerskisten met plaatcake, fruit, bloemen, kip en allerlei hapjes werden gul geleverd. Aan alle deelnemers was gevraagd om met een kleine bijdrage actief mee te werken. Als resultaat was er genoeg te eten en drinken om in een feestelijke en ontspannen sfeer het programma te volgen. Met de aandacht van het publiek concurrerende activiteiten, zoals die zich op dat moment afspeelden in de Wereld van de Witte de With, werden betrokken bij de organisatie door een aantal keer per dag fietstochten van die locatie naar de Witte Slagerij te organiseren voor groepen.




 

In welke taal zal ik u mijn verhaal vertellen..?

Zo begint de geschiedenis van een mooi meisje dat geboren wordt in een dorpje. Terwijl haar beeld als een marionet visueel wordt opgebouwd uit verschillende onderdelen, wordt zij beschreven in de simpele poëtische taal van Perzische en Arabische verhalen. In de vertelling worden herhaling en visuele beschrijvingen afgewisseld. De vormgeving van de animatiefilm  IBretnuma (CANAN) is gebaseerd op oosterse miniaturen, beelden uit de fotografie en uit de moderne kunst. Aan de hand van de geschiedenis van het meisje wordt een donker beeld geschetst van  de positie van de Turkse vrouwen, het verschil in mentaliteit tussen het platteland en de stad en de druk van familie. De vrouw heeft geen invloed op haar eigen leven. Ogen zijn gesloten voor mannelijke wandaden. In haar pijn en onmacht houdt ze de situatie in stand voor de nieuwe generatie. 

De confrontatie

Niet elke vrouw schikt zich als slachtoffer. Sukran Moral keert de rollen om in haar controversiële performances. De ongelijke verhoudingen tussen mannen en vrouwen stelt zij ter discussie. In Married, with three men, trouwt zij in een traditioneel dorp in zuid oost Turkije met drie maagdelijke jonge mannen, Op een foto zit ze in lange witte bruidsjurk, triomferend en vol zelfvertrouwen op een bed naast de drie mannen. De drie mannen hebben hun broek op hun enkels. Hun gezichtsuitdrukkingen variëren van schaapachtig, onschuldig en verlegen naar besmuikt lachend. 

 De taal van licht en wit zwart en grijs

Als eerste vrouwelijke fotograaf in Turkije zwierf Yildiz Moran Arun na haar opleiding in Engeland tussen 1950 en 1062 door Turkije. In haar werk heeft ze een voorkeur voor simpele eenvoudige mensen. Ze gebruikt de taal van zwart wit en grijs en van een overal in doordringend licht. Een grote beheersing in de manipulatie van licht en schaduw toont zij op de foto waarop een vrouw water haalt bij van een fontein in een oud stadsdeel. Licht valt in de verte in een andere steeg en dringt zacht door in schaduw bij de fontein. In de nuances van het grijs en zwart is in de donkerte alles te zien. Zwart en wit spelen een belangrijke rol wanneer z ij vrouwen tussen een kudde schapen fotografeert. De zachte witte vachten van de schapen, de donkere holtes tussen hun poten en de donkere gebogen koppen corresponderen met het beschaduwde gezicht van de vrouw onder de witte alles omhullende sluier. 

Humor

Humor is een wapen in de foto’s van Nilbar Gures. Een vrouw op blote voeten balanceert als een krachtpatser zonder gezicht en identiteit met een wiebelende stapel beddengoed en ander huishoudelijke textiel. 

De taal van het beeld

Terwijl vrouwen aandacht hebben voor het zich ontheemd voelen in hun eigen lichaam en hun eigen omgeving als gevolg van sociale verhoudingen, is de blik van de mannelijke kunstenaars meer gericht op een gevoel van ontheemd zijn ten gevolge van migratie, politieke of raciale ontwikkelingen.

Ahmed Polat schetst met documentaireachtige foto’s een beeld van mensen met een afro Turkse achtergrond. Zij zijn een bijna onzichtbaar in Turkije. 

Mehmet Guleryuz heeft alleen zijn losse persoonlijke handschrift en zijn vakkundige gebruik van de witte ruimte van het papier nodig om zijn kritische blik op politiek of zijn theatrale fantasieën te laten zien.  Kijkend naar zijn tekeningen zie je abstracte patronen en herkenbare figuren. 

Flarden van een verhaal duiken op uit de wirwar van lijnen.