Mannelijk en vrouwelijk, macht en onmacht, stoerheid en kwetsbaarheid, geruststellende schoonheid en verontrustende ongemakkelijk makende inhoud, vorm en vormloosheid, vernietigen en opbouwen zijn een aantal van de dualiteiten op deze expositie waarop het werk van Louise bourgeois (1911- 2010) en Hans Bellmer (1902-1975) met elkaar een dialoog aangaan.
Een hermafrodiet heeft zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken. De nimf Salmacis is zo verliefd op Hermafroditus, dat zij hem probeert te verleiden. Als hij zich verzet vraagt ze de goden om haar met hem te verenigen. De goden stemmen toe en ze worden samen een lichaam.
Deze dubbelheid van geslacht vinden we terug in verschillende werken op de expositie van Louise Bourgeois en Hans Bellmer in het gemeentemuseum Den haag. Die Puppe is een beeld van Hans Bellmer waarin glanzend zilverig bollen overheersen. Een gelijke onder- en bovenkant worden met elkaar verbonden worden door een kogelgewricht met navel. De vormen van boven en onderkant hebben een plooi in het midden. Aan weerszijden zitten 2 ronde vormen. Een levensgrote stoffen beeld van Louise Bourgeois heet Single lady111. Het is een liggende armloze vrouwenfiguur met 2 naar elkaar toegewende hoofden. De borsten zijn groot en rond en tussen haar benen heeft zij zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsdelen. Explicieter is het gebruik van mannelijke en vrouwelijke geslachtsdelen in Janus Fleuri. Een hangend bronzen beeld met een sterk contrast tussen ruwe huid en gladde bolle vormen. Als een spiegelbeeld steken twee gelijke kleine vormen hun kopjes naar buiten uit een ruw midden. Aan het einde worden ze steeds ronder en gladder. Het ruwe middenstuk dat de beide vormen verbindt, lijkt op schaamlippen en vagina.
Vaak zijn gebruikte vormen dubbelzinnig. Op een foto van Hans Bellmer bestaan onder- en boven lichaam van een rechtopstaand wezen uit 2 roze benen met lakschoentjes. Het midden van het lijf wordt gevormd door een boom die als armen de takken uitspreidt. Humoristisch is het spel met de identiteit van de vorm in “Confrontation Costumes”. Voor de performance Banquet –a show of body parts, maakte Louise Bourgeois kostuums voor mannelijke kunsthistorici en critici. Op de buik steken meerdere vormen trots naar voren. Ze houden het midden tussen borsten of fallussen.
Ons geslacht bepaalt onze plaats in het leven, de ervaringen die wij meemaken maar vooral de verwachtingen die men van ons heeft. Louise Bourgeois en Hans Bellmer maken beeldend werk waarin het lichaam, man vrouw verhoudingen, sexualiteit en de sekse centraal staat. Ons bewustzijn, ons denken, onze dromen, kunnen zich naar alle kanten uitbreiden. Maar we zijn overgeleverd aan de beperkingen van ons lichaam De kunstenaars gebruiken fantasie en verbeelding om te ontsnappen aan door onze cultuur voorgeschreven vormen van zijn.
Spelen met poppen
Beide kunstenaars “spelen” met poppen. Voor Hans Bellmer zijn ze hoofdthema op deze expositie. Voor Louise Bourgeois zijn ze een van de thema’s. De tentoonstelling opent met het beeld Fragile goddess van Louise Bourgeois. In een kleine vitrine staat stoffen beeld van een hoogzwangere vrouw. Haar hoofd ontbreekt en wordt weergegeven door een lange halsvorm zoals je vaak ziet bij idoolfiguren. Door het glas ontstaat er afstand. De zachte huid kan niet aangeraakt worden. Het beeld is een zeldzaam sereen moment.
Bij La poupee van Hans Bellmer valt het licht over de verweerde rug van een pop zonder ledematen. Een stomp vervangt een dij. Een maskerachtig rimpelig gezicht leunt tegen de muur en kijkt half naar achter over een schouder. Ze is naakt op een hemdje na. In het donker glanst het lange haar.
Vanaf ongeveer 1930-33 construeerde Bellmer poppen uit delen van etalagepoppen, gecombineerd met hout, metaal en gips. Door lichaamsdelen met kogelgewrichten te verbinden kan hij zijn poppen in elke gewenste houding zetten. In een kleine ruimte zit een van de poppen op een stoel. Een vaalbeige houten figuur. De levensgrote figuur heeft een arm en een been die vastzitten aan een romp met een borst. De ledematen kunnen bewegen door middel van kogelgewrichten. Een strikvormig stuk stof zit achter het haarloze hoofd. Behalve een mond zijn er geen gelaatstrekken. Over het hoofd loopt slechts een inkeping, snee. Ze heeft wit sokje en zwart lakschoentje aan haar voet. Om haar hals een zwarte band.
De poppen bij Hans Bellmer worden gesloopt en weer in elkaar gezet volgens de duistere regels van zijn fantasie De foto’s van de poppen zijn het eigenlijke werk Alles speelt zich af in een sfeer van verleiding en onschuld, voyeurisme, agressie en soms onverhulde sexualiteit. Bellmer geeft de vrouw weer als object, gezien en vervormd door de man die naar haar verlangt. Verborgen verlangens en taboes versterken de beleving van de lichaamsvormen. Lichamen hebben geen armen, geen hoofd of alle lichaamsdelen lijken door elkaar gegooid. Een personage bestaat uit 2 onderlijven, een mannelijk en vrouwelijk. Ronde glooiende vormen als borsten en billen worden uitvergroot, verdubbeld en gestapeld.
Raadselachtig wordt het werk van Louise Bourgeois dat zich in een grotere zaal bevindt. Hier staat een van de Cells, een ovale ruimte omheind door rasterwerk. De toeschouwer kijkt door de 2 ronde gaten in het netwerk in de voor of achterkant van een spiegel. Aan de ene kant heeft de spiegel een holle lens en lijkt het alsof je zelf gevangen zit achter het raster. Door het andere kijkgat zie je een stoffen figuur met een spiraalvormig bovenlijf voor de spiegel hangen. Twee gazen onderjurkjes en een lang cilindervormig net hangen er naast. Zelf zegt ze dat de spiraal voor haar vrijheid en controle betekent. Ook heeft ze het over dromen waarin ze de minnares van haar vader de nek omdraait.
Louise Bourgeois (1911- 2010)
Louise Bourgeois groeide op in Parijs in een familie, die werkte als tapijt restaurateurs. Na haar huwelijk verhuisde zij naar New York. Zij heeft een lange, zeer productieve creatieve carrière tot haar dood op 98jarige leeftijd. Haar jeugd, persoonlijke frustraties, emoties en herinneringen zijn een onuitputtelijke inspiratie bron. Ze heeft een eigen universum waarin mythes en verhalen over gebeurtenissen in haar jeugd blijven opduiken. Vooral haar verzet tegen het vernederende en negatieve beeld dat haar vader van haar als meisje had, blijft terugkomen.
Zij gebruikt haar eigen ervaringen en haar lichaamsgevoel in haar werk. Aan de basis van haar werk liggen tekeningen die verslag doen van haar belevenissen. In haar beginperiode maakte ze grafiek en schilderijen. Zij toont in tekeningen en grafiek een vrijer en grover handschrift dan Hans Bellmer, soms met een behoorlijk schaalvergroting en een onbekommerde omgang met de regels van de vormgeving. In de houtsnede en etsen word de vormgeving versimpeld en strakker gemaakt. Haar aan het surrealisme verwante beeldtaal, is heel persoonlijk.
Later gaat ze beelden maken. Als beeldhouwer werkt ze niet alleen in de klassieke materialen zoals brons en marmer maar experimenteert ze met materialen zoals latex, rubber, gips, glas en stof.
Naast gevoelens van agressie en beklemming en de strijd tussen de seksen, zijn reproductie, voeden en verzorgen thema’s die terugkomen in haar werk. Nature study is een beeld van roze latex. Een koploze sfinxachtige gestalte, met een staart waarachter en penis verborgen zit, heeft een trots omhoog rijzend bovenlijf met 2 rijen gezwollen borsten. De borsten verwijzen naar het zorgen voor haar zonen. De klauwen staan voor beschermende moeder die moet verdedigen wat ze liefheeft.
Louise Bourgeois was nog betrokken bij de samenstelling van deze expositie, die ook in de Nationalgalerie in Berlijn te zien was. Twee zalen aan het eind van de expositie tonen vroeg werk. Heel bijzonder blijft Dark Vein. Een beeld van donker geaderd marmer. Op een ruw rechthoekig blok staan naast elkaar uitstekende fallusachtige vormen. Het straalt gevoeligheid en sensitiviteit uit.
Hans Bellmer (1902-1975)
Hans Bellmer koos voor een bestaan als kunstenaar tegen de wil van zijn vader, die in hem een ingenieur zag. Een hopeloze verliefdheid op een jong nichtje en de kennismaking met de opera Hoffmanns Erzahlungen zouden hem geïnspireerd hebben tot het maken van zijn eerste pop. Hij weigerde te voldoen aan het door het opkomende nationaal socialisme bepaalde cultus van het perfecte lichaam. Als maker van entarte kunst werd hij in 1938 gedwongen Duitsland te verlaten. In Parijs werd zijn werk door de Surrealisten zeer goed ontvangen.
Op de expositie zijn naast tekeningen en een paar objecten een aantal van zijn fotoseries te zien. De foto’s hiervan zijn maar 5.5.X 5.5 cm groot. In de loop van de tijd worden de ensceneringen voor de foto’s steeds dramatischer. Hij maakte foto’s en tekeningen naar aanleiding van het verhaal van George Bataille, Histoire de L’oeil. In de tekeningen worden de vormen steeds fantastischer, surrealistischer en meer droomachtige. De foto’s tonen onverhuld het door de vrouw zelf ontdekken en exploreren van de vrouwelijke sexualiteit.
Hans Bellmer gebruikt in zijn relatief kleine tekeningen en grafiek de traditionele fijnzinnige tekentechnieken die we kennen uit het werk van gotische kunstenaars Hans Baldung Grien, Holbein. Ragfijne vloeiende potloodlijnen, een grote concentratie op dik dun effecten, met de vorm mee arceren, gekleurde ondergronden die wit opgehoogd worden, uit alles spreekt een groot vakmanschap. Wanneer hij gebruik maakt van toevalseffecten door te tekenen op een ondergrond, ontstaan door papier met natte verf op een ander vel te leggen, gebruikt hij een zo perfecte afwerking dat ook de vreemdste dromen een gevoel van werkelijkheid krijgen. Zijn zelfportret dat opdoemt uit spetters is hallucinerend aanwezig. Maar vaak worden zijn latere tekeningen zoekplaatjes door de manier waarop vormen door elkaar heen geplaatst worden.
De rede verdwijnt in deze werelden van hartstochten en verlangens.