Lea Nieuwhof

beeldend kunstenaar

Huid en haar

Keramiek van Carolein Smit in De Kunsthal Rotterdam

De beelden van Carolein Smit zijn tastbaar, begerenswaardig, afstotelijk, griezelig, beschermend, in elkaar gedoken, fier, schuldbewust, koninklijk, huid en haar.

Als kind liepen we vlak voor Sinterklaas op zondag een paar kilometer om om de etalages van speelgoedwinkels te bekijken. We controleerden of er nog begerenswaardige dingen waren die we aan ons verlanglijstje toe moesten voegen. Begerenswaardigheid is een aspect dat de beelden van Carolein Smit uitstralen. De tastbare en rijke texturen van haar en huid verleiden tot aanraken en aaien. Het gebruik van goud, glasachtige edelstenen en de diepe, rode glazuur streelt de ogen. Afstoten doen ze ook. De weergave van figuren zonder huid en de skeletten vinden mensen misschien griezelig. De vlakke, platte kleuren en de dikke, glanzende glazuurlagen zijn soms lelijk.
De keramische beelden staan in twee tegenover elkaar geplaatste kubusvormige ruimtes opgesteld. Aan de ene kant zijn door de glazen ruit vooral beelden van dieren te zien. Dieren, die zichzelf zijn, dieren in relatie tot mensen of een tussenvorm tussen mens en dier zoals de faun. Middenvoor zit een aapje met een klein stijf piemeltje. Hij wendt een beetje treurig zijn hoofd af. In zijn lijf herken je het lichaam van een kleine jongen. Erachter ligt een meer dan levensgrote vrouwelijke rat, terwijl ze haar gezwollen tepels aanbiedt. Een hond huilt zilveren tranen. Twee hazen rechtopstaand en slank, kijken alert uit hun ogen. Ze kunnen ieder moment weer verder gaan rennen.      
   
Dat de huid van de ene haas is afgestroopt, lijkt hem niet te deren. Langzaam merk je meer vreemde situaties op. Op een wit krullerig schaap zit een klein kind. Pas als je door een smalle ruit aan de achterkant kijkt, merk je het rode mes op in de hand van het kind. De dieren zijn realistisch weergegeven. Huid en haar worden gesuggereerd door telkens kleine putjes te maken in een oppervlak, door stekels, door eindeloze spaghettiharen in lagen aan te brengen of door veren over elkaar te leggen. Huid en haar zijn van groot belang: ze beschermen de inhoud.
In de tegenoverliggende ruimte staan en zitten vooral mensfiguren. Er wordt gehuild. Gouden tranen, zilveren tranen, bloedrode dikke druppels en parels stromen uit de ogen en overdekken de gebogen zittende figuren. Haar en tranen bedekken de personages, die zich erachter verbergen en zich terugtrekken in hun eigen intimiteit. In titels en uitvoering van de beelden wordt een verband gelegd met de christelijke beeldtaal en met klassieke mythen. Maria Magdalena is een vrouwenskelet. Ze zit in elkaar gedoken met de benen opgetrokken en gekruist. De lange vooroverhangende slierten haar van het gebogen hoofd verbergen haar.

Ze draagt een gouden kroontje. Medusa, met haar slangenharen, treurt en ieder die zij aankijkt, verandert in steen. De naakte Theepotman, zijn huid afgestroopt, zit stil gehurkt. Op zijn rug is het handvat om hem te gebruiken, zijn mond wordt een tuit en op zijn hoofd zit een knop. Hij is een voorbeeld van ondergeschiktheid. Het is een persoon die zijn eigen persoonlijkheid heeft verloren en die zich vereenzelvigt met zijn functie.
Zijn de volwassen figuren vaak schuldbewust, in zichzelf opgesloten en vleugellam, de kinderfiguren van Carolein Smit kijken als kleine koninkjes de toeschouwer uitdagend aan. De Aracoeli zijn beelden van kleine kinderen. Ze staan fier rechtop, hun kleding hangt vol met medaillons, ratjes en andere onduidelijke dingen. De titel verwijst naar een kerk in Rome en betekent altaar van de hemel. In de kerk is een eenvoudig houten beeld aanwezig. Dit beeld zou zieken genezen en wanneer je te ziek was, dan kwam het naar je huis. Als dank hangen mensen het beeld vol met geschenken.
Ook de afgebeelde baby’s zijn zich bewust van hun eigen belang en macht. De onschuld is helemaal verdwenen in de meer dan mansgrote baby met zijn volwassen grijns en in elke hand een revolver gericht op de toeschouwer.
Carolein Smit, 'Theepotman', 2006, keramiek, 51 cm hoog. Foto: Winnifred Limburg     
Door het gebruik van skeletten verwijst Smit naar de cyclus van leven en dood. Op een stapeltje schedels en botten bevindt een rood staatsiekussen. Als het belangrijkste sieraad ligt daarop een beetje leeggelopen baby.
Huid en haar, Keramiek van Carolein Smit was t/m 18 april te

 

Alex van Warmerdam, Schilderijen, Film, Theater

Waarom nog een schilderij maken in een wereld waarin film en video duizenden verhalen vertellen.
In films komen vormgevingsaspecten aan bod, maar bewegende beelden, een verloop in tijd, verschillende achtergronden en taal geven zo veel meer mogelijkheden . Het filmfestival Rotterdam is net afgelopen als in het Stedelijk museum Schiedam de overzichtstentoonstelling van Alex van Warmerdam wordt geopend .
Alex van Warmerdam is onder andere  beeldend kunstenaar, schrijver, theatermaker en filmer . Hij maakt gebruik van alle statische en dynamische beeldmedia om zijn verhalen te vertellen. In 4 zalen staat de voortdurend grensoverschrijdende relatie tussen zijn schilderkunst en de personages en de inhoud van zijn theatervoorstellingen en films centraal. 
De schilder schetst de uiterlijke vormgeving, verpakking in de ontwerpen voor decors en enscenering van film en theater.  Voor elk stuk heeft hij de aankondigingen op affiches gemaakt. Inhoudelijke kwesties van de  kunstenaar komen aan bod in diverse producties. In Noorderlicht vecht zijn personage met de verf. In een scene uit de film “de Jurk”, laat hij het werk van de kunstenaar verdedigen tegen de kritische blik van de commercie en productie. 
Bij een feloranje tentje zit een naakte dikke man ineengezakt voor zich uit te kijken. We zien hem op de rug. Achter hem liggen gevelde kaal gestripte bomen. De scherpe takken zouden venijnig kunnen prikken. Een scherm van rechte omhoog rijzende boomstammen vangt het licht in een patroon. In de verte zie je de typische afwisseling tussen de lichte tussenstukken en donkere boomvormen die bij de rand van een donker bos hoort. Hij zit bloot en niet op zijn gemak in een omgeving die niet meer bij hem past. Dit is een van de schilderijen, die een eigen op zich zelf staand verhaal vertelt. De schilder houdt van helderheid. Donkere harde contourlijnen, een gestileerd realisme met een paar toonwaarden, een lege achtergrond of een decor met huizen als blokken en rechte straten . Water, aarde, bos verschijnen in de gedaante van rechte strepen, horizontale lijnen en toonwaarden. De kleuren zijn beperkt. Een grijze of bruine toon schijnt overal in door. In dit moeras verliezen kleuren hun stralende frisheid en levendigheid. De personages zijn frontaal geplaatst en staren in zich zelf verzonken. In het strijklicht worden de trekken van  hun koppen hard.
Door de zalen lopend stap je in en uit de theaterstukken en films. Tussen de registraties van toneelscènes, de tekeningen en voorschetsen door staan delen van theaterdialogen  en gedichten op de muur geschreven. Op 2 schermen worden scènes getoond uit zijn films. Wie gaat zitten, ziet een collage van 12 uitsneden uit de verschillende films. Slaan, vallen, in het water plonzen en gewelddadige confrontaties worden in een ritmische herhaling getoond. Afwisselend wordt in het midden een scene in zijn geheel getoond. Een enkele sleutelscene uit een film krijgt op een scherm in een aparte ruimte aandacht. Als een bewegend schilderij blijft de  ober voor de mevrouw als een vlieg staan te zoemen, wanneer de bedenker van zijn personage in slaap valt.
Alleen maar tekenaar is hij in  een overzicht van zijn werk voor het NRC. In gouaches in zwart, wit grijs geeft hij geestig commentaar op de menselijke werkelijkheid. Een man duikt vanaf de rand van een omgevallen koffiekopje in de spiegelende plas. Twee theepotjes liggen onderuitgezakt voor de tv. Een vrouw houdt een volwassen mannelijke baby in haar armen.  Het zijn de gedichten op de muur en de humor die even een mogelijkheid lijken te geven weg te vliegen uit de benauwende menselijke verhoudingen in zijn wereld.



 

Sally Mann: The Family And The Land

De tafel staat buiten bij de veranda onder de schaduw van de bomen. In het donker zit een vrouw op een achteruitgeschoven stoel afwezig te staren. Het meisje op haar schoot kijkt met een geïnteresseerde blik naar de tafel waarop een grote hoeveelheid licht valt.  In het licht op de tafel danst met gespitste tenen, lichtvoetig been vooruit, armen naar achter als vleugels, zelf licht, verschijning, naakt, tenger, kind. Het witte lichaam wordt in het felle en overbelichte witte vlak gewichtloos. Ze staat tussen een stilleven van wat tomaten en voorwerpen, die doen denken aan een maaltijd.

Sally Mann exposeert tot 1 januari 2010 in het fotomuseum in Den haag. De expositie begint met Immediate  family, een  van de bekendste fotoseries, die Sally Mann in 10 jaar  maakte van haar man en kinderen.  Daarna worden landschappen uit  Mother land en Deep South getoond en als laatste werk uit What Remains.  De film gemaakt door Steven Cantor aan het begin van de expositie geeft een beeld van haar werkwijze en inspiratiebronnen.

Haar zwart wit foto’s worden gemaakt met een grote en oude  technische camera. Het maken van een foto op deze manier kost veel voorbereiding en aandacht voor technische details.  In alle gedoe ontwikkelt zich concentratie, een intense blik en focus op alle fotografische en beeldende aspecten van een moment. Ze wil dat haar in een wisselwerking met de kinderen geënsceneerde foto’s eruit zien alsof ze moeiteloos en spontaan gemaakt zijn

Met het zwart, wit en  grijs maakt ze sterke composities. In de eerste foto’s is de techniek nog tamelijk beheerst. Achtergronden zijn wazig en het licht valt op het belangrijkste.  

 In Jessie’s cut laat zij zien, hoe een snee in het hoofd wordt dicht genaaid. Het bloed loopt als een zwart riviertje naar beneden. Het hele gezicht verdwijnt onder plastic vouwen van het operatiemasker. Als eilandje daarin is een oog uitgespaard.

Haar kinderen zijn behalve zichzelf ook acteur in haar verhalen over schoonheid, zinnelijkheid, opgroeien, levenslust en vrijheid. Hun lichamen zijn rank en vol energie. Vaak zijn ze naakt, maar altijd zelfbewust en trots. Ze zwemmen, ruziën, spelen en poseren. Terwijl het gewone dagelijkse leven in hun omgeving doorgaat, lijken zij zich naakt in een andere realiteit te bewegen. 

Soms echoën de composities beelden uit de kunsthistorie, zoals het meisje na schooltijd, dat gefotografeerd wordt liggend in dezelfde houding als de Olympia van Manet. Een foto van de dijen van een naakte jongen, doet denken aan  witte Griekse kourosbeelden.  Hij heeft net een waterijsje gehad en zichzelf onder geknoeid   De drie gratiën worden plassend afgebeeld.

Op een van de foto’s zie je twee donkere vierkante ramen. In het midden hangt een witte handdoek en op de vensterbank liggen een paar witte lepeltjes en iets wat lijkt op kersen. Vaag zie je achter de ramen in de schaduw op een bed liggen rusten. De arm geslagen om een kind spelen en snoepen ze samen van de kersen. Het kijken naar iets zo intiems geeft je een ongemakkelijk  gevoel.  

In de serie Mother Land fotografeert ze vooral de landschappen in haar eigen leefomgeving Virginia en Georgia. Er is het zoeken naar een gevoel van omarmd worden, beschutting .  Maar steeds belangrijker wordt wat zich heeft afgespeeld op een bepaalde plek. Voor de serie Deep south reist ze naar het Zuiden en fotografeert plekken waar in de Burgeroorlog zwaar gevochten werd.

 Tijdens het fotograferen maakt ze onder ander gebruik van het collodion proces. Dit is een “wet plate” techniek. Op een glasplaat wordt collodion aangebracht als basis voor de lichtgevoelige laag. Het voorbereiden, de  opname maken en het ontwikkelen en fixeren van het beeld,  moet gebeuren in de korte tijd dat de plaat nat is.

Het fotograferen zelf wordt een manier van werken waarin toeval, chaos en effecten die ontstaan door het gebruik van beschadigde lenzen en glasplaten met stofjes steeds belangrijker worden. Licht lekt door. Deze platen zijn mistig, nevelig en overbelicht. Vegetatie wordt soms als een wazige verfstreek, dan weer fotografisch scherp weergegeven. Details die veraf scherp zijn, trekken je het bos in. Slierten mos, lianen, takken bewegen ordeloos door elkaar heen. Een lichtvlek in het centrum is als ruimte die omhuld wordt door takken.  Een aantal landschappen zijn schilderachtig en klassiek opgebouwd vanuit toonvlakken.  Water en lucht zijn de lichte delen tussen donkere heuvels en bomen.

Wat gebeurt er met je lichaam als je dood bent, is de vraag die ze zichzelf stelde voor de serie What Remains. Een eerste antwoord op deze vraag zocht zij door haar gestorven windhond op te graven. Ze fotografeerde de botten, de resten huid en nagels, naast elkaar liggend op een velletje papier.  De weergave is verweerd, vaag alsof de foto’s zelf na jaren uit de grond komen

Daarna kreeg ze toestemming te werken bij het forensisch instituut te Tennessee.  Lichamen worden hier voor studiedoeleinden buiten aan hun natuurlijke ontbinding overgelaten. Ze liggen tussen bladeren, takken, in het gras.
Dood is het moment dat “you lost control”.  Naast een groot wit lijf ligt een hand met de vingers omhoog gekruld, De camera registreert het uitvergrote sinaasappel weefsel van de huid, barsten in de huid, het bosje vlassig haar, het ontbreken van een gezicht.

Tussen bladeren en takken zie je soms pas op het tweede gezicht het vergane lichaam liggen. Bij de achterkant van de liefde is het witte vlak van dijen en billen prachtig als beeld, maar verstijfd, vergrauwd en aangetast door een gapende wond.

Haar vader was geïnteresseerd in de iconografie van de dood in verschillende tijden en culturen. Wanneer ze de grijns in de schedel, de diepe gaten, de vergane flarden, de knekels toont zie je een voorstelling van de dood zoals wij die kennen in onze cultuur in de gotische beelden van vergane lichamen en in horror en spookverhalen. Tijdens het werken bij het forensisch instituut werden er ook filmopnames gemaakt voor een documentaire over de fotografe. In interviews spreekt de filmer over de stank en de moeite om je in een dergelijk sfeer te concentreren. In het zwart wit, de verdeling van licht en donker, van texturen en vormen op de foto’s vind je niets van deze gruwel terug.

Als een hoopvolle afsluiting van foto’s over de  dood , maakte ze close ups van de gezichten van haar kinderen. Tijdens het poseren, liggen ze achterover, hun hoofd vastgezet in een soort houten klem onder een de camera met een belichtingstijd van ongeveer 6 seconden. De grote foto’s tonen vaag. Een paar details, een neus, een mondlijn, een deel van het gezicht zijn wat duidelijker. Herkenbaarheid en individualiteit verdwijnen.   Vormen zijn gefixeerd. De blik, de aandacht van de kijker, het beleven van het landschap van het gezicht bepaalt wat wazig en onduidelijk blijft en wat helder wordt.